Competenties
34 competenties
Routinematig kunnen werken
Veel dezelfde terugkerende taken kunnen uitvoeren. Om kunnen gaan met weinig afwisseling in werk.
Gestructureerd
Volgens een plan werken, waarbij je het werk overziet. Prioriteiten kunnen stellen en deze kunnen bijstellen zo nodig.
Geduldig
Kan goed afwachten. Heeft geduld voor anderen.
Technisch
Kan goed met techniek omgaan. Kan werken met machines en apparaten.
Zelfstandig
Lost problemen zelf op en kan goed alleen werken. Heeft niet veel behoefte aan hulp en ondersteuning van anderen.
Verantwoordelijkheidsgevoel
Is betrouwbaar, voelt zich verantwoordelijk en komt zijn of haar afspraken na.
Stressbestendig
Is iemand die zich niet snel zorgen maakt en blijft onverstoorbaar en ontspannen.
Hulpvaardig / verzorgend
Is hulpvaardig, wil graag andere mensen helpen.
Sociaal vaardig
Kan gemakkelijk met diverse personen omgaan. Maak gemakkelijk contact.
Schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid
Kan goed en correct informatie en ideeën omzetten in teksten.
Samenwerken
Heeft altijd oog voor gemeenschappelijk doel en handelt doorgaans in het belang van een organisatie, team of iemand anders.
Presenteren
Heeft er geen moeite mee om met overtuiging in het openbaar of voor een groep mensen te spreken.
Oplossings en resultaat gericht
Heeft het vermogen om een probleem te (h)erkennen en tot een plan te komen om het probleem op te lossen.
Netwerken
Is goed in het onderhouden van een netwerk van mensen en breidt deze uit om doelen te bereiken.
Mondelinge uitdrukkingsvaardigheid
"Kan goed en correct zijn of haar gedachten onder woorden brengen.Andere benamingen: Formuleren, Gespreksvaardigheid, Helder communiceren "
Luisteren
Is iemand die anderen niet onderbreekt, open staat voor de argumenten van een ander en dit ook laat merken.
Klant en servicegericht
Is servicegericht, heeft oog voor de behoeften en wensen van de klant.
Representatief
Is netjes en verzorgd. Maakt een goede indruk.
Integer
Behandelt anderen altijd met respect en gaat vertrouwelijk om met informatie. Is betrouwbaar.
Inlevingsvermogen
Is iemand die rekening houdt met de gevoelens, behoeften en achtergronden van anderen. Is empathisch.
Digitaal vaardig
Kan goed en gemakkelijk met de computer omgaan. Maakt nieuwe computerprogramma's makkelijk eigen.
Aansturen
Is goed in het aansturen van een medewerker op gedrag en resultaat.
Organiseren
Kan op effectieve wijze doelen en prioriteiten stellen in daarvoor benodigde tijd. Goed kunnen plannen en organiseren.
Flexibel
Kan zich makkelijk aanpassen aan veranderende werkwijzen, werktijden en taken.
Enthousiast
Is positief en opgewekt. Komt gemotiveerd over.
Doorzettingsvermogen
Is een doorzetter die net zo lang doorgaat, ook bij tegenslag, tot het doel is bereikt.
Creatief
Is iemand die altijd met nieuwe oplossingen en ideeën komt voor bestaande vraagstukken of nieuwe werkwijzen, diensten of producten bedenkt.
Commercieel
Is zakelijk, gericht op het verdienen van geld en/of winst.
Besluitvaardig
Maakt gemakkelijk keuzes, stelt beslissingen niet uit. Durft knopen door te hakken en is doortastend.
Assertief /direct
Kan goed grenzen te stellen en weet voor zichzelf op te komen.
Proactief
Heeft snel door welke ontwikkelingen gevolgen hebben voor het werk en handelt daarnaar. Neemt en draagt verantwoordelijkheid voor eigen gedrag.
Analytisch
Is goed in het ontleden van informatie en het leggen van verbanden. Een situatie, probleem of vraagstuk goed kunnen analyseren.
Adviseren
Is goed in het helpen van anderen door middel van het geven van advies.
Accuraat
Werkt nauwgezet, precies en nauwkeurig. Wil kwaliteit afleveren en zal kritisch naar zijn of haar product kijken.